WAAROM WILLEN DE BUITENAARDSEN GEHEIMHOUDING? Deel 1 Door: David M. Jacobs Vertaling: Paul Harmans Bron: Een document in mijn (Paul Harmans) uitgebreide UFO-archief
Geheimhouding
is het doel Waarom zouden buitenaardsen het UFO- en ontvoeringsfenomeen geheim willen houden? Geheimhouding is in het voordeel van de buitenaardsen en het blijft een raadsel voor de mensheid. Het verbergt de feiten en biedt stof voor eindeloze speculaties. Het is verantwoordelijk voor aanhoudende en rancuneuze discussies tussen voorstanders en ontkenners over de echtheid van het fenomeen. Geheimhouding heeft tevens een krachtige en negatieve invloed op ontvoerden. Het zorgt ervoor dat zijzelf en het publiek zich afvragen of ze wel bij hun volle verstand zijn. Zonder geheimhouding zou er geen UFO- en ontvoeringsonenigheid bestaan. Toch hebben miljoenen mensen rondom de wereld UFO’s waargenomen. Talloze foto’s en video’s van UFO’s hebben de wetenschappelijke analyse positief doorstaan. Radarbanden maken al vele jaren deel uit van het harde bewijs. Hoe kunnen we al het openlijke bewijs in overeenstemming brengen met een beleid van geheimhouding? Uiteindelijk zullen de UFO-waarnemingen de geheimhouding niet opheffen. Het is onmogelijk een analyse te maken van de motivering en de doelen van de buitenaardsen op basis van de waarnemingen van UFO’s en af en toe hun inzittenden. We moeten daarom concluderen dat de buitenaardsen ingrijpend de termen dicteren waarop wij hen kunnen bestuderen. Zij hebben besloten niet op het gazon van het Witte Huis te landen. Zij hebben besloten geen openlijk ‘contact’ te maken. Ontvoeringen Toen onderzoekers begonnen met het onderzoeken van ontvoeringen, namen zij aan dat een ontvoering een eenmalige gebeurtenis bij volwassen was. Ontvoeringen suggereerden nieuwsgierigheid in plaats van manipulatie van de kant van de buitenaardsen. Als ontvoerden zich delen van de gebeurtenis herinnerden, besloten onderzoekers dat de buitenaardsen mensen bestudeerden en er wat mee experimenteerden. De geheimzinnige buitenaardsen waren klaar met hun onderzoek naar de aardse flora en fauna en hadden nu hun aandacht gericht op het bestuderen van mensen. Toen het aantal ontvoeringsmeldingen steeg, namen de onderzoekers het idee van een ethische non-interventie aan en dachten dat de buitenaardsen hun studie in het geheim deden om zodoende niet het leven van het studieobject te ontwrichten. Herinneringen aan een ontvoering konden zo traumatisch zijn dat ze het psychologische welzijn van de ontvoerde op negatieve wijze konden beïnvloeden. Bovendien namen onderzoekers aan dat de buitenaardsen de ontvoerden de posthypnotische suggestie meegaven dat zij zich de gebeurtenis niet zouden herinneren en dat het begraven zou blijven in het onderbewustzijn van de persoon. Andere onderzoekers veronderstelden dat een ontvoerde zich de ontvoering niet kon herinneren vanwege het natuurlijke afweermechanisme van het menselijke brein dat de traumatische gebeurtenis onderdrukte. Het menselijke brein kon niet omgaan met de mogelijkheid en de verschrikking van een buitenaardse ontvoering en dus, in plaats van de afgrijselijke gebeurtenis het hoofd te bieden, stopte de geest de herinneringen diep weg en stond het alleen toe dat er kleine stukjes naar buiten sijpelde. Onderzoekers moesten hypnose toepassen om deze herinneringen naar boven te halen. De argumenten dat de buitenaardsen in het geheim te werk gingen om de levens van de ontvoerden niet te ontwrichten mochten dan steekhoudend zijn, maar feit was dat ontwrichting van hun leven zelfs al enorm was zonder bewuste herinnering aan hun ontvoeringservaringen. Als de buitenaardsen inderdaad bezorgd waren voor een persoonlijke ontwrichting, dan zouden ze geen mensen ontvoeren, of op zijn minst niet zo vaak gedurende het leven van de ontvoerde. De hypothese dat ontvoerden hun herinneringen onderdrukken om een trauma vanwege de ontvoering tegen te gaan, heeft ook bewijskrachtige problemen. Het mechanisme van traumatische herinneringsonderdrukking is hoogst omstreden en zelfs al zou de hypothese waar zijn, de frequentie van de ontvoeringen pleit in elk geval tegen onderdrukking. Er zijn vele ontvoeringsgevallen die niet traumatisch zijn en die ook niet herinnerd worden. Bovendien hebben onderzoekers geen meldingen aan het licht gebracht van posthypnotische procedures die de buitenaardsen mogelijk gebruiken om het ontvoeringsincident te ‘begraven’. Als die procedures bestonden, dan zouden onderzoekers ze tegenkomen tijdens elke ontvoering. Ondanks dat de exacte neurologie niet bekend is, is het zeer waarschijnlijk dat de buitenaardsen de ontvoering direct in het lange termijn geheugen van de ontvoerde opslaan en daarbij het korte termijn geheugen mijden en daarmee het triggermechanisme verhindert de reconstructie op gang te brengen. Hypnose herstelt het triggermechanisme dat er voor zorgt dat herinneringen naar boven komen. Reshma Kamal werd verteld dat de reden waarom de buitenaardsen de herinneringen niet volledig ‘wissen’, is omdat er aspecten zijn die door de ontvoerden moeten worden vastgehouden voor toekomstige raadpleging. Dus, de herinneringen zijn intact, maar onbereikbaar voor het normale oproepen. Gedurende jaren heeft het ontvoeringsfenomeen verborgen gelegen onder de lagen van een directe en een indirecte bescherming - sociale geloofssystemen, wetenschappelijke afkerigheid, incomplete herinnering, onzin naar boven gekomen tijdens hypnotisch opgeroepen getuigenis en geheugenmanipulatie door buitenaardsen. Anders dan bij de waarnemingen van UFO’s zijn er geen radarbanden, foto’s, films of videobanden. Het bewijs is voornamelijk anekdotisch, met een incidenteel artefact. Eén ding is zeker: Wat de reden ervoor ook is, de buitenaardse geheimhoudingsstrategie is enorm succesvol geweest. De meeste mensen die levenslang ontvoeringservaringen hebben, zijn zich niet bewust van hetgeen er met hen gebeurde. Ze zullen elke suggestie dat ze betrokken zijn bij het ontvoeringsfenomeen als waanzin afdoen, zelfs als zij slechts enkele uren daarvoor ontvoerd zijn. Methodes
voor de bescherming van de geheimhouding Ten tweede, de ontvoerde wordt afgescheiden van de groep. Bijvoorbeeld, als hij zich op een picknick bevindt, dan zal hij een ‘ommetje’ gaan maken en gedurende anderhalf uur niet terugkeren, als hij terugkeert dan zal hij terloops melden dat hij de weg kwijt was of de tijd vergeten, en zijn vrienden zullen het incident negeren. De buitenaardsen behouden dus geheimhouding terwijl ze iemand uit een grote groep mensen ontvoeren. Ten derde, om herinnering eraan moeilijker te maken, vertroebelen de buitenaardsen het geheugen van de ontvoerde door het introduceren in zijn geest van verwarring en ‘valse’ herinneringen. Bijvoorbeeld, als de persoon vanaf zijn bed is ontvoerd, dan herinnert hij zich mogelijk een ongewoon levendige en realistische ‘droom’. Andere ontvoerden produceren wellicht ‘scherm’ geheugens van dieren die de ontvoerde aanstaren - uilen, herten, apen of wasberen. Een ontvoerde denkt mogelijk dat hij een ‘engel’, een ‘duivel’ of een overleden familielid naast zijn bed zag staan. De gemeenschap verschaft een heel scala aan verklaringen en de ontvoerde pikt er, afhankelijk van zijn achtergrond en cultuur, één uit. Geheimhouding omvat ook het fysieke aspect van de ontvoering en het ‘verhullen’ van de verwijdering van de ontvoerde is er een integraal deel van. Als een ontvoerde wordt ontvoerd uit zijn normale omgeving, dan meldt hij dat hij rechtstreeks door zijn gesloten raam zweeft, of door de muur, of door het plafond en het dak en omhoog naar een wachtende UFO. En mensen eromheen zien dat vaak niet omdat de buitenaardsen op de een of andere wijze gedurende die tijd zichzelf, de ontvoerde en de UFO onzichtbaar maken. Ontvoeringen vinden vaak plaats vanuit een auto en de buitenaardsen weten ook in die situaties de geheimhouding te waarborgen. Als een persoon in de auto rijdt, dan zorgen de buitenaardsen ervooor dat de auto stopt zodat de ontvoerde naar een naast de weg wachtende UFO kan lopen (soms zweeft de ontvoerde direct door de voorruit). Typisch is dat de buitenaardsen wachten totdat er geen andere auto’s op de weg zijn, of zij dwingen de ontvoerde een afgelegen weg in te rijden en daar te wachten op de ontvoering. Vaak nemen de buitenaardsen de auto met daarin de ontvoerde mee, dat lost het probleem op van een lege auto aan de kant van de weg.
David
M. Jacobs In 1973 voltooide Dr. Jacobs zijn proefschrift op het gebied van de intellectuele geschiedenis aan de universiteit van Wisconsin-Madison met als onderwerp de controverse over ongeïdentificeerde vliegende objecten in Amerika. Dit was slechts de tweede Ph.D graad die werd toegewezen op een UFO-gerelateerd thema. Een herziene versie van zijn proefschrift werd door Indiana University Press gepubliceerd met als titel The UFO Controversy in America (1975). Het is nog steeds het enige sympathieke boek over het onderwerp en het bestaan van UFO’s dat door een academische uitgeverij gepubliceerd werd. Gedurende 25 jaar heeft Dr. Jacobs de enige professionele universitaire studie op het gebeid van UFO’s met als titel: ‘UFO’s en de Amerikaanse gemeenschap’ onderwezen. Sinds 1973 heeft Dr. Jacobs veel van zijn professionele en persoonlijke energie in het onderzoek van UFO’s gestoken en in het bijzonder in het ontvoeringsfenomeen. Door het uitvoeren van bijna 900 hypnotische regressies met meer dan 140 ontvoeringsslachtoffers is Dr. Jacobs één van de vooraanstaande UFO ontvoeringen onderzoekers ter wereld. |